Spring naar de content
bron: Louis Couperus, een verwende vagebond, uitgeverij lias

De kleurenrijkdom van Couperus

Deze zomer wordt de honderdste sterfdag van Louis Couperus herdacht. De beste manier om de grote schrijver te gedenken is door te bladeren in de schitterende geïllustreerde biografie Louis Couperus, een verwende vagebond van Caroline de Westenholz, schrijft Arjan Peters.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arjan Peters

Honderd jaar geleden keerde Louis Couperus sterk vermagerd terug van een reis door Japan, waar hij zich vaak had geërgerd aan de mensen en het landschap. Bovendien was hij in het ziekenhuis terechtgekomen. Zelf dacht hij dat het een darminfectie was, gevolgd door een longaandoening, maar het kan wel eens longkanker geweest zijn. De kans is groot dat zijn humeur vooral dáárdoor niet opperbest was. ‘Schrik niet als je mij ziet,’ schreef hij aan Samuel van Oss, oprichter van opinieweekblad de Haagsche Post, dat verscheen op roze papier, en waaraan Couperus vanaf 1916 tot aan zijn dood unieke reisverslagen en columns bijdroeg, die riant werden gehonoreerd.

Die dood kwam snel. Op 9 juni 1923 werd de 60ste verjaardag van Louis Couperus groots gevierd in Den Haag. Hij had er nog onderuit willen komen vanwege een hinderlijke neusinfectie. ‘Ik zal heel lief feestvarkengeknor doen horen,’ had hij Van Oss aangekondigd. Op een geluidloos filmpje dat op de feestdag is gemaakt, en dat pas in de jaren negentig is ontdekt, zien we hem een paar seconden; hij buigt zich naar zijn vrouw en spreekt een paar woorden. Een doventolk reconstrueerde de tekst als: ‘Ik zal het kort houden’. Dat sloeg vermoedelijk op zijn dankspeech.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Zijn vrouw en hij gingen wonen in het nieuwgebouwde huis het Sunneke in De Steeg. Daar ging het hem fysiek snel beroerder. Enkele weken later stierf Couperus, op 16 juli 1923.

De beste manier om de grote schrijver te gedenken is door te bladeren in de schitterende geïllustreerde biografie Louis Couperus, een verwende vagebond van Caroline de Westenholz (1954), kunsthistorica en oprichtster van het Haagse Couperus museum, een gedrevene die haar kennis deelt zonder ermee te pronken. Het boek werd op 1 juni te water gelaten in sociëteit De Witte, waar een gesoigneerd gehoor de klassiek vormgegeven uitgave (met lichtroze leeslint) direct op waarde schatte. Maar dat was een thuiswedstrijd. Wat zou het goed zijn als ook lezers die Couperus nog niet goed kennen, eerst hier een blik in werpen. Na de zwartwit-plaatjes in de vorige Couperus-beeldbiografie van Frédéric Bastet uit 1991, is de kleurenrijkdom van de nieuwe biografie een revelatie.

Een jonge Louis Couperus op het kinderbal in Batavia
Couperus in Villa Jules

De plekken waar Couperus is geweest (Den Haag, Batavia, Florence, Nice, Rome, Spanje, Egypte, Tunesië, China, Japan), de verfijnde pracht van zijn boekbanden, de huizen en hotels waar hij verbleef, de foto’s van de auteur aan zijn werkbureau, tot en met het roze carnavalskostuum (smoking, vest, knielange broek, zwarte fladderende strik op de linkerschouder) dat hij in 1910 in Nice heeft gedragen en dat in het Literatuurmuseum wordt bewaard: uit alles spreekt stijl en zwier.

Daar hadden tijd- en landgenoten het vaak al moeilijk mee, omdat dandyisme en calvinisme elkaar slecht verdragen. Maar zoals Couperus-kenner H.T.M. van Vliet liet zien in zijn compendium Een orchidee tussen de aardappels (2019) met alle spotprenten en pastiches die de auteur te verduren kreeg; de kritiek richtte zich telkens op de buitenkant (Couperus sprak geaffecteerd, wat verweekt en verwijfd werd gevonden) en heeft hem nooit in het hart kunnen treffen. Nadat hij in 1915 een lezing in het ruwe Amsterdam had gehouden, en daar als geparfumeerde aansteller was bekritiseerd, antwoordde hij met een column over de Gróote-Stad van ons Kleine Land, waar hij zich als Klein-Stedenaar kennelijk anders had horen te gedragen: ‘Het is waar, ik beken nù, dat ik beter hadde gedaan mij flink, als een echte jongen van de Digue-de-Mer, op het podium mij toe bedacht, éen vinger tegen het éene neusgat te leggen en dan door het andere een forschen straal de zaal in te blazen: ik ben nù overtuigd, dat dit groot-steedscher zoû gestaan hebben. Ook hadde het van metropoolschere manieren getuigd tusschen elke drie regels voordracht een schuimende pot bier naar binnen te slaan.’ En men was weer even uitgeluld.

Roze smoking van Couperus
Couperus in 1916

Hij was niet te vangen, en die constatering is welhaast een programma geweest: reizen, metamorfosen, geestelijke extase, occultisme, theosofie, escapisme, historische romans kiezen om een orgie te kunnen beschrijven (de roman De berg van licht, met de Romeinse keizer Helegabalus die eerst Bassianus heette en van ‘weifelende sekse’ was, en bij wie na een dans waarbij alle kleding werd afgeworpen, het lid ‘in streving gericht’ was), een geheimzinnige verrukkelijke Italiaanse vriend Orlando oproepen die misschien eerder een ideaalbeeld was dan een stiekeme liefde. We weten maar heel weinig heel zeker.

Was hij homoseksueel, of non-binair? Ook daarover kunnen we slechts gissen, met bijvoorbeeld in gedachten de uitspraak van Gerard Reve dat Couperus misschien ‘maagdelijk de crematie-oven is ingegaan’, maar óók dat de waarheid een geheim is.

Hij was met zijn achternicht getrouwd, ze bleven kinderloos en sliepen in gescheiden kamers, zijn vrouw Elisabeth ‘leed nogal aan nerfjes’, maar wat bewijst dat? Vermoedelijk is hij door zekere verlangens en gevoelens gekweld, maar de sublimatie in zijn romans en verhalen is hoe dan ook een zegen geweest voor ons, die het diepe gevoel kunnen blijven herkennen dat onze dromen en demonen indringender en echter zijn dan de zichtbare werkelijkheid die maar al te vaak plat en pover blijft. We zullen nooit weten wat de goden met ons voorhebben.

Nu Couperus ons honderd jaar na zijn dood ook nog in kleur tegemoetkomt, wordt bladeren door zijn biografie een vorm van flaneren, een hoogst elegante verleiding waartegen zelfs een onbehouwen Gróot-Stedenaar geen verweer kan hebben.

Caroline de Westenholz
Louis Couperus, een verwende vagebond. De geïllustreerde biografie.
Uitgeverij Lias
€ 34,99.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.